Het esdorp De Wijk ontstond in de twaalfde eeuw op hoger gelegen zandgronden ten noorden van het Reestdal. Op kleine schaal vonden in dit gebied ontginningen plaats, waardoor meerdere kleine nederzettingen ontstonden.De gunstige ligging ten opzichte van Meppel en de aanwezigheid van een klooster droegen ertoe bij dat De Wijk zich sneller ontwikkelde dan de naburige plaatsen. De bebouwing bestond in de middeleeuwen voornamelijk uit boerderijen, waarvan enkele later zijn uitgegroeid tot havezaten.Omstreeks 1325 werd op het landgoed Dikninge, ten zuidwesten van De Wijk, een Benedictijner klooster gevestigd. Dit aan Maria gewijde klooster stond oorspronkelijk in Ruinen. De toename van de Ruiner bevolking ging echter ten koste van de rust in het convent. Daarom werd besloten werd te verhuizen naar De Wijk, waar het klooster al enkele bezittingen had.Het nieuwe klooster, waar zowel monniken als nonnen woonden, kreeg de naam Soetendale en groeide uit tot een belangrijk religieus en cultureel centrum in de regio.Vanuit het klooster werden de kerken van onder meer Ruinen, Beilen en Blijdenstein aangestuurd. De monniken hadden de leiding over de ontginningen van de veengebieden ten noorden van De Wijk. Ook werd er handel gedreven met plaatsen als Meppel en Steenwijk. In de loop van de zestiende eeuw kwam het klooster in zwaar weer. Als gevolg van de Tachtigjarige Oorlog trokken de kloosterlingen geleidelijk weg. In 1603 werd het klooster opgeheven, de gebouwen gingen over aan het Landschap Drenthe. Omstreeks 1672 werd de abdijkerk afgebroken en werden de stenen gebruikt voor de aanleg van wegen. De overige kloostergebouwen raakten in verval en werden uiteindelijk eind achttiende eeuw gesloopt.Op het voormalig kloosterterrein aan de Schiphorsterweg werd in 1813 het Huis Dikninge opgeleverd aan de familie De Vos van Steenwijk. Het is een blokvormig landhuis in een neoclassicistische stijl. Om het landgoed ligt een brede gracht, een kunstmatig aangelegde zijtak van het riviertje Reest. Rond het huis werd een grote tuin aangelegd in een Engelse landschapsstijl. In de twintigste eeuw is daar nog een bloementuin aan toegevoegd. Op het landgoed van Huis Dikninge staan ook twee dienstwoningen.Aan de westrand van De Wijk, aan het begin van de Dorpsstraat door het buurschap De Schiphorst, staat het landhuis Voorwijk. Dit herenhuis verrees omstreeks 1790 en is in tegenstelling tot veel andere havezaten niet gebouwd op de fundamenten van een voorganger. Huize Voorwijk was eigendom van de familie Tonckens, maar werd al na enkele jaren verkocht aan de leden van de familie De Vos van Steenwijk. Aan weerszijden van Voorwijk staan koetshuizen, waardoor een gedeeltelijk besloten voorplein is ontstaan.Aan de Schiphorsterweg in buurschap De Schiphorst staat de voormalige havezate De Havixhorst. Dit landhuis is in 1753 gebouwd ter vervanging van een afgebrand huis uit de veertiende eeuw. Bij De Havixhorst ligt een grote symmetrisch aangelegde tuin met een plantenkas uit 1870. Aan het voorplein van het landhuis staan enkele bouwhuizen en het geheel wordt omringd door een gracht. In 1989 is De Havixhorst volledig gerestaureerd, tegenwoordig doet het huis dienst als hotel.In en rondom De Wijk staan veel fraaie boerderijen uit de achttiende en negentiende eeuw.@Aan de Professor Blinkweg, de Commissieweg en de Dorpsstraat vindt men voornamelijk hallenhuisboerderijen met een dwarsgeplaatst woonhuis. Deze herenhuisachtige woongedeeltes zijn soms rijkelijk versierd met eclectische of jugendstildetails. Met name het buurschap De Schiphorst, dat aan De Wijk grenst, telt vele monumentale boerderijen.In het centrum van het dorp staat sinds 1829 de grote achtkante korenmolen De Wieker Meule. Opvallend is de met riet gedekte houten ombouw rondom de stenen onderbouw van de molen. Op deze ombouw rusten de romp en de witgeverfde stelling van de molen.Op de romp staat in riet gedekt het jaartal 1829. Rond 1962 raakte de molen buiten bedrijf en in verval. Doordat de Wieker Meule in handen kwam van een stichting, kon het in de loop van de twintigste eeuw worden gerestaureerd en nu kan hij weer malen.In de tweede helft van de negentiende eeuw breidde De Wijk uit in noordelijke richting.Omdat De Wijk nabij de provinciegrens met Overijssel ligt, mocht het dorp tol heffen.Twee tolhuisjes zijn bewaard gebleven. Aan de Staphorsterweg bij de Reest staat een klein tolhuisje uit 1860, dat vroeger ook dienst deed als keuterboerderij. Aan de westkant van De Wijk, aan de Schiphorsterweg, staat een tolhuisje uit 1870.Na de Tweede Wereldoorlog raakte de oude dorpskom volledig ingesloten door nieuwbouw.De Wijk heeft een groot winkelaanbod en is vanwege de ligging bij het Reestdal geliefd bijtoeristen. Ten oosten van De Wijk, in het buurschap De Stapel, staat het informatiecentrumEnde van de stichting Het Drentse LandschapVanaf hier zijn mooie wandelingen te maken langs de Reest, het riviertje dat onder De Wijkde grens vormt tussen Overijssel en Drenthe.Belangrijk in De Wijk zijn het ontmoetingscentrum De Havezate, de grote openbare lagere school De Horst en uiteraard het rijke verenigingsleven. Lange tijd was De Wijk de hoofdplaats van de gelijknamige gemeente.In 1882 is daarvoor een oude herberg aan de Dorpsstraat verbouwd tot een raadhuis anneveldwachterswoning. Rond 1989 is een nieuwraadhuis gebouwd even verderop in de straatBij de gemeentelijke herindeling van 1998 fuseerde De Wijk met de gemeentes Ruinen, Ruinerwold en Zuidwolde tot de nieuwe gemeente De Wolden. ■