Balinge - dorp in Drenthe
Balinge
Tussen Garminge en Mantinge ligt het esdorp Balinge. Het is in de middeleeuwen gesticht als dochternederzetting van Westerbork. De eerste bewoners van Balinge vestigden zich op hoger gelegen zandgronden temidden van uitgestrekt moerasland. In 1383 werd voor het eerst melding gemaakt van het dorp, toen heette het nog Bolingen of Balinghe. De plaatsnaam duidt op een woonplek van de persoon Bale of een variant op die naam. Bale was waarschijnlijk de eerste of belangrijkste inwoner van de nederzetting.
Balinge heeft geen eigen brink en deelt van oudsher de es met het naburige Garminge.
Ook delen de dorpen het bouw- en weilandencomplex Garminger- en Balingerstukken. De bebouwing van Balinge concentreert zich aan weerszijden van een aantal kruisende wegen.
Het lijkt daardoor alsof Balinge drie kleine dorpskernen heeft, aan de MeulenkampSchiphorsten en aan de Heirweg in zowel noordelijke als zuidelijke richting.
Het agrarische karakter van Balinge is lang bewaard gebleven. In de loop van de twintigste eeuw ontwikkelde het dorp zich toch tot klein forensendorp. Balinge onderhoudt nauwe contacten met Garminge en Mantinge. Aan de Schiphorsten in Balinge staat de gezamenlijke openbare basisschool ’t Broekhoes. In hetzelfde gebouw zit het dorpshuis. De drie dorpen Balinge, Garminge en Mantinge en hun grondgebied vormen samen de Broekstreek. In de middeleeuwen was dit een uitgestrekt moerasgebied. Het Mantingerbos, dat tussen Mantinge en Bruntinge ligt, is daar nog een overblijfsel van. Op kleine schaal ontgonnen de boeren het land rond de dorpen en richtten het in als landbouwgrond. De grond ten zuiden van de Broekstreek werd vanaf de negentiende eeuw planmatiger ontgonnen.
Daardoor ontstond onder meer de ontginningskolonie Nieuw-Balinge tussen Balinge en het Hoogeveense Nieuweroord. Nieuw-Balinge is vele malen groter geworden dan Balinge.
Tussen Balinge en Nieuw-Balinge ligt het Balinger- en Mantingerzand, een langgerekt heide- en stuifzandrestant.
Colofon
Bron: Noordboek