Barger Compascuum - dorp in Drenthe
Barger Compascuum
De eerste bewoners van het kanaaldorp Barger-Compascuum waren boeren uit het Duitse veengebied, die hier in 1866 een boekweitkolonie stichtten. De naam van het dorp duidt op gemeenschappelijke weidegrond van de boeren van Noord- en Zuidbarge. BargerCompascuum kwam pas tot ontwikkeling na de grootschalige ontginning van het Barger Oosterveen aan het begin van de twintigste eeuw. Rond 1910 trok men het Oosterdiep bij Emmer-Compascuum door tot het Verlengde Van Echtenskanaal te Zwartemeer. Dit Verlengde Oosterdiep kwam oostelijk van BargerCompascuum. Haaks op het kanaal ontstond een netwerk van veenwijken.
Door de vervening schoof de bebouwing van Barger-Compascuum oostwaarts op. Een nieuwe dorpskern ontstond bij de kruising van de Postweg en het Verlengde Oosterdiep.
Het kerkhof aan de Postweg herinnert aan de oorspronkelijke plek van het dorp. Langs de Hoofdwijk III, parallel aan het Verlengde Oosterdiep, werden kleine veenarbeiderswoningen gebouwd. Deze zijn na de Tweede Wereldoorlog afgebroken. Rond Barger-Compascuum ontstond veenkoloniale akkerbouw, maar door de schaalvergroting in de jaren ’60 werden veel kleine boerenbedrijven opgeheven. Richting Klazienaveen is het land inmiddels volgebouwd met de kassen van een groot glastuinbouwcomplex.
Door de vele Duitse kolonisten ontstond een grote katholieke enclave in het dorp. Slechts enkele jaren na de stichting van het dorp, in 1875, kreeg Barger-Compascuum al een eigen katholieke houten veenkerk. In 1925 werd deze vervangen door de rooms katholieke Sint Josephkerk aan het Verlengde Oosterdiep.
Deze recht gesloten zaalkerk met hoge toren is opgetrokken in neogotische stijl naar ontwerp van J. en P. Cuypers. Naast de kerk staat een forse pastorie, die in dezelfde periode is gebouwd.
Toen de kerk gereed was, begon men ook met de bouw van katholieke basisschool Sint Theresia en katholiek dorpshuis De Collink. Na de Tweede Wereldoorlog kreeg het dorp ook een protestants-christelijke basisschool, De Helle.@De Collink is tegenwoordig een sociaal cultureel centrum voor alle inwoners van het dorp.
Barger-Compascuum is rijk aan verenigingen, waaronder de carnavalsvereniging ‘t Stiekelzwien die jaarlijks een grote carnavalsoptocht met praalwagens door het dorp organiseert. In het dorpscentrum staat het opvallende houten beeld Man en Paard van Homme Veenema.
Barger-Compascuum is bekend door het Veenpark aan de Berkenrode. Het Veenpark is in 1966 gesticht ter ere van het honderdjarig bestaan van het dorp. Hier wordt de geschiedenis van de Drentse veengebieden tot leven gebracht. Met een stoomtreintje kunnen de bezoekers naar de nagebouwde veendorpen ’t Aole Compas en Bargermond, waar ze kennismaken met het Drentse dorpsleven van 1870 en 1920. Er wordt boekweit geteeld, turf afgegraven en er worden demonstraties gegeven van oude ambachten. Er is ook een aardappelmeelfabriek en het Harmoniummuseum Nederland.
In het nagebouwde dorpje ’t Aole Compas in het Veenpark staat de stellingkorenmolen De Berk. Deze molen uit 1870 stond oorspronkelijk in het Duitse Drantum. In 1983 is de molen naar Barger-Compascuum gebracht. Het achtkant en de kap zijn met riet gedekt, de deels wit geverfde stelling ligt op een hoogte van ruim drie meter. Onder de stenen onderbouw ligt een opslagkelder. De molen is open voor bezichtiging tijdens de openingsuren van het park. Het park grenst aan een honderd hectare groot hoogveenrestant, waar men kan wandelen of met het treintje doorheen kan rijden. Dit terrein biedt een gevarieerd landschap met een bijzondere veenfora. ■
Colofon
Bron: Noordboek