Beilen - dorp in Drenthe
Beilen
Langs de doorgaande route van Meppel naar Groningen is in de middeleeuwen het esdorp Beilen ontstaan. Al in 1139 werd vermeld dat Beilen een eigen kerk had. De plaatsnaam werd in datzelfde document geschreven als Bele, een naam die duidt op de aanwezigheid van een heuvel of moerasgebied. Beilen was één van de zes dingspillen van Drenthe, dit betekende dat het een eigen rechtsdistrict vormde. In de late middeleeuwen werden in de kerk van Beilen zittingen gehouden van de Landsdag, destijds het hoogste bestuurlijke orgaan van Drenthe. Het dorp had vroeger meerdere brinken. De straatnamen Brink, Brinkstraat en Brinkkamp herinneren hieraan.
De hervormde kerk aan de Prins Bernhardstraat is pas rond 1500 gebouwd ter vervanging van een ouder exemplaar. Oorspronkelijk was de laat-gotische kerk gewijd aan de heilige Stephanus. Het gebouw heeft hoge spitsboogvensters en een grote toren met een ingesnoerde spits. Na een felle brand in 1607 moest de kerk aan de binnenkant geheel hersteld worden. Tot de inventaris behoort onder meer een preekstoel uit 1938. Het orgel dateert van 1840 en is kort na 1900 geplaatst. De RoomsKatholieke Sint Willibrorduskerk aan de Hekstraat is gebouwd in 1835. Vanaf 1958 biedt de kerk onderdak aan de parochie van Beilen, daarvoor was het een gereformeerde kerk.@Na de middeleeuwen behield Beilen nog lange tijd zijn agrarische karakter. Een grote brand aan het begin van de negentiende eeuw verwoestte bijna het hele dorp, op de kerk, de school en enkele woonhuizen na. De verwoeste boerderijen werden herbouwd in de buitengebieden. Zij werden vervangen door woningen en kleine bedrijfsruimtes. In de tweede helft van de negentiende eeuw kreeg Beilen een belangrijke economische impuls door de aanleg in 1870 van de spoorlijn tussen Groningen en Zwolle. Een paar jaar eerder begon men daarom al met de bouw van een treinstation aan de Stationslaan. Het werd een hoog, deels witgeverfd statig gebouw, dat bijna identiek was aan het station van Koekange. In 1970 is het gesloopt en vervangen door een eenlaags standaardstation met plat dak.
In de jaren ’80 en ’90 van de negentiende eeuw had Beilen een tiental particuliere zuivelfabriekjes, die vaak slechts enkele jaren bestonden. Rond 1896 werd de coöperatieve handkrachtfabriek De Hoop opgericht, die in 1907 een doorstart maakte als de stoomzuivelfabriek Beilen. Vlak na de oorlog ging de fabriek verder onder de vlag van de Drentse Ondermelk Organisatie (DOMO). Door de hoge fabriekspijp met de witgeschilderde letters DOMO was de zuivelproducent van verre te herkennen. Door schaalvergroting in de zuivelindustrie volgden meerdere fusies. De fabriek is tegenwoordig onderdeel van het grote Friesland Foods-concern.
Vlakbij de spoorlijn werd rond 1921 een psychiatrisch centrum geopend. De inrichting kreeg onderdak in de voormalige burgemeesterswoning Huize WAM, een herenhuis uit 1917 aan de Prins Hendrikstraat. Het huis was vernoemd naar de dochter van burgemeester De Jong van Beek en Donk, Willemina Adriana Maria. In de jaren ’20 startte in Beilen ook een experiment om krankzinnigen tegen een vergoeding onder te brengen bij gezinnen. Dit was een groot succes en de stichting Beileroord was daarmee een feit. In 1995 fuseerde de stichting met de organisatie Licht en Kracht uit Assen tot het Algemeen Psychiatrisch Ziekenhuis Drenthe.
Dit ziekenhuis staat op een groot terrein tussen het dorp en de spoorlijn. Aan De Paltz staan nog enkele fraaie laat-negentiendeeeuwse woonhuizen. Hier vinden we ook het voormalige hotel Koopman uit 1870. Tegenwoordig zit hier een zalencentrum.
In de omgeving van Beilen is in de jaren ’50 van de vorige eeuw een belangrijke archeologische vondst gedaan. Men trof er een grote hoeveelheid gouden voorwerpen aan uit de laatRomeinse tijd. De schat omvatte onder meer halsringen, een armband en een twintigtal munten. De gouden voorwerpen zijn te bezichtigen in het Drents Museum. Aan de zuidkant van het dorp ligt het Terhorsterzand, een deels bebost stuifzandgebied van ongeveer honderdtachtig hectare, met een recreatieplas en meerdere vennen. Het ligt tegen het Nationaal Park Dwingelderveld aan, maar wordt ervan gescheiden door de A28.
Na de Tweede Wereldoorlog is Beilen fink gegroeid. Het dorp kreeg bovendien een groot winkelcentrum. In 1987 is op de Markt het bronzen beeld Winkelende Vrouwen onthuld.
Het is gemaakt door Bert Kiewiet uit Mantinge, die ook tekende voor het standbeeld van de schrijver Roel Reijntjes bij de Brinkstraat. Hij maakte ook het beeld Bescherming, dat in de tuin van het psychiatrisch centrum staat. In de jaren zeventig zijn zowel de Beilervaart als het Linthorst Homankanaal gesloten voor de beroepsvaart, omdat de exploitatie van de kanalen niet langer rendabel was. Wel worden de vaarten nog gebruikt door plezierboten.
Tot 1998 was Beilen een zelfstandige gemeente, waarbij onder meer Hooghalen, Spier en Wijster hoorden. Na de gemeentelijke herindeling is Beilen gefuseerd met de gemeentes Smilde en Westerbork. Tot januari 2000 heette de nieuwe gemeente Middenveld, daarna werd de naam veranderd in Midden-Drenthe.
Midden-Drenthe werd in oppervlakte een van de grootste gemeentes van Nederland. Beilen werd de hoofdplaats van de nieuwe gemeente en het gemeentehuis aan het Raadhuisplein werd daarom uitgebreid. ■
Colofon
Bron: Noordboek