Eelde - dorp in Drenthe

Eelde


Eelde
©: Hendrik van Kampen

Op een uitloper van de Hondsrug ligt het esdorp Eelde. Westelijk van het dorp stroomt het Eelderdiep door de Eelder- en Peizermaden, een laagveengebied met houtwallen, ruige graslanden, veel sloten en een bijzondere fora. Eelde ligt aan het Paterswoldsemeer dat tussen 1740 en 1835 is ontstaan door veenontginningen. Oostelijk van het dorp is rond 1860 het Noord-Willemskanaal gegraven. Na de Tweede Wereldoorlog groeide Eelde fink, met name door de extra werkgelegenheid die het vliegveld en de vliegschool met zich meebrachten. De wijk Nieuwe Akkers werd gebouwd en door latere uitbreidingen van zowel Eelde als Paterswolde groeiden beide dorp aan elkaar vast.

Eelde is ontstaan in de vroege middeleeuwen.

Bij de nederzetting werden enkele versterkte huizen gebouwd, waaronder een waterburcht.

Dit was een vestingwerk waar een grachtengordel omheen was gelegd. De burcht stond op een belangrijke driesprong van wegen uit Drenthe, Friesland en Groningen. In 1266 werd de burcht verwoest. De plek waar voorheen de burcht stond, is een wettelijk beschermd archeologisch rijksmonument. In 2000 is het landschap opnieuw ingericht, zodat we een idee krijgen hoe het er vroeger moet hebben uitgezien. Tegenover het monument zit nu een horecagelegenheid.

In 1139 kreeg de nederzetting een eigen kerk.

De hervormde kerk aan de Hoofdweg stamt echter uit de veertiende eeuw. Oorspronkelijk was het een rooms-katholieke kerk met de naam Onze Lieve Vrouwe- en Sint-Gangulphuskerk. De huidige gotische kerk is gebouwd op de plek waar ooit een smallere tufstenen kerk stond. Ook in deze kerk van rode bakstenen is op enkele plekken in de muur nog tufsteen verwerkt. Rond 1875 en 2000 is de kerk grondig gerenoveerd. Tot het interieur van de kerk behoren onder meer een preekstoel uit 1621, enkele achttiende-eeuwse banken en een orgel uit 1901. In het houten gewelf van het koor zijn barokke schilderingen met allegorische voorstellingen aangebracht.@In de loop van de achttiende en negentiende eeuw lieten rijke families, vaak afkomstig uit Groningen, landhuizen bouwen in Eelde en Paterswolde. Beide dorpen hebben nog twee havezaten. In Eelde staat aan de Hoofdweg het Nijsinghhuis en aan de Oosterbroek het Huis Oosterbroek. Het Nijsinghhuis is van 1654 en heeft onder meer dienstgedaan als schultenhuis en raadshuis. Historici nemen aan dat op de plek van dit pand een ander schultenhuis heeft gestaan, dat in 1619 is afgebrand. In de jaren ’70 van de vorige eeuw werd het pand voor een symbolisch bedrag verkocht aan een particulier die er als tegenprestatie enkele dagen per jaar gratis exposities moest organiseren. Tegenwoordig maakt het Nijsinghhuis deel uit van Museum De Buitenplaats, een museum voor fguratieve kunst.

Het huidige Oosterbroek is gebouwd in 1923. In dat jaar werd het landhuis herbouwd nadat het een jaar eerder nagenoeg tot de grond toe was afgebrand. Het was overigens niet de eerste keer dat Oosterbroek werd herbouwd, in 1836 was het huis al eens afgebroken en herbouwd op een andere plaats vanwege vochtoverlast.

De geschiedenis van Oosterbroek gaat in ieder geval terug tot aan het begin van de zeventiende eeuw, toen het werd gekocht door de familie Horenkens. Andere bijzondere landhuizen zijn het witgepleisterde Vosbergen aan de Vosbergerlaan en huis Hoog Hullen aan de Oosterbroek. De gordel van landgoederen in Eelde en Paterswolde vormt tegenwoordig een beschermd dorpsgezicht. In Huize Vosbergen zit nu Museum Vosbergen, waar muziekinstrumenten in historisch perspectief worden getoond. Een ander museum in Eelde is het Klompenmuseum van de Gebroeders Wietzes aan de Wolfshorn.

Eelde is al meer dan een halve eeuw bekend door het jaarlijkse bloemencorso. In 1957 organiseerde de Stichting Bloemencorso Eelde voor het eerst een optocht van met bloemen versierde wagens. Een vijftiental wijken van Eelde en naburige dorpen vormen de zogenaamde corsowijken, die ieder jaar wagens versieren aan de hand van een bepaald thema. Het idee om in Eelde een corso te organiseren hadden dorpelingen overgenomen van het corso in Aalsmeer.

Eelde was in de loop van de negentiende eeuw namelijk uitgegroeid tot een dorp met veel boerenbedrijven en diverse tuincentra en kwekerijen. Behalve de optocht worden in hetzelfde weekend ook een braderie, groots vuurwerk en muzikale activiteiten georganiseerd. In Eelde is sinds 1978 een bloemenveiling.@Behalve om de bloemencorso is Eelde ook bekend vanwege luchthaven Groningen Airport Eelde. Dankzij de lokale hobbyvlieger Hayo Hindriks werd in mei 1931 het vliegveld geopend op het weilandterrein Hakenkampsveld en werd de lijndienst tussen Eelde en Schiphol gerealiseerd. Tijdens de Tweede Wereldoorlog was het vliegveld in handen van de bezetter, maar de Canadezen schonken het terrein in 1946 terug aan de N.V. Luchthaven Eelde. In de jaren ’50 werden plannen gemaakt voor uitbreiding van de luchthaven en verlenging van de baan. Na de komst van de Rijksluchtvaartschool naar Eelde in 1954 kon ook de uitbreiding gerealiseerd worden. Het eerste Europese vliegtuig landde op Eelde in 1958 voor een passagiersvlucht naar Mallorca. In de daaropvolgende decennia zou Eelde uitgroeien tot een belangrijke regionale luchthaven. Er kwamen steeds meer bestemmingen, er werden nieuwe passagiershallen gebouwd en er werd een grote parkeerplaats aangelegd. In 1988 werd de naam van de luchthaven gewijzigd in Groningen Airport Eelde, om daarmee meer internationale bekendheid te krijgen. ■

Colofon

Bron: Noordboek

© Foto voorblad: Hendrik van Kampen
Lees meer