Elim - dorp in Drenthe
Elim
Elim is van oorsprong een kanaaldorp en ligt ten zuidoosten van Hollandscheveld en Hoogeveen, vlakbij de provinciegrens met Overijssel. Het dorp is aan het einde van de achttiende eeuw als veenkolonie gesticht. Een eeuw eerder begon de Compagnie van de 5000 Morgen met het ontginnen van de veengebieden rondom Hoogeveen. Deze compagnie werd geleid door de drost van Drenthe, Roelof van Echten, en een groep kapitaalkrachtige Hollanders. De ondercompagnie Hollandsche Compagnie ontfermde zich over de venen ten zuidoosten van Hoogeveen. Het land werd verdeeld door wijken, kleine verbindingskanalen die dienden voor turfvaart en afwatering.
De eerste bebouwing van Elim bestond vooral uit woonhutten van veenarbeiders. Die werden gebouwd op de oevers van het verbindingskanaal Dwarsgat, rond de kruising van de huidige Dorpsstraat en de Langewijk. In de loop van de negentiende eeuw maakten de hutten plaats voor permanente bebouwing. Rond 1850 telde Elim zo’n tien woningen. De hoofdvaart door Elim is inmiddels gedempt. Het stratenpatroon kenmerkt zich ook tegenwoordig nog door de rechthoekige vormen. In de loop van de twintigste eeuw is Elim uitgegroeid tot een plaats met een uitgebreide middenstand, meerdere basisscholen en een levendig verenigingsleven.
Men beschouwt 1786 als het jaar waarin Elim ontstond. Ter gelegenheid van het 200-jarig bestaan van het dorp werd op de Brink het bronzen beeld De Pullevaarder onthuld. Het beeld is gemaakt door Onno de Ruijter en herinnert aan de pullevaart op Hoogeveen. Vanaf de opening van de Hoogeveense melkfabriek in 1896 tot in de jaren ’70 van de twintigste eeuw voeren de pullevaarders op houten platbodems, zogenaamde bokken, langs boerderijen ten oosten en zuidoosten van Hoogeveen. Zij stonden onder contract bij de melkfabriek en moesten dagelijks de melk ophalen en de lege melkbussen retourneren. Na verloop van tijd werd het transport over water vervangen door wegtransport en verdween de pullevaart.
Het dorp is lang bekend geweest onder de naam Dwarsgat, de naam van de vaart waarlangs het dorp is ontstaan. Ook beschouwde men het dorp lange tijd als onderdeel van Hollandscheveld en heette het gebied Hollandsche Veld Zuidoost. Pas in 1923 kreeg Elim offcieel zijn naam en een jaar later werden de grenzen van het dorp vastgesteld. De naam is afkomstig uit het Oude Testament. In Exodus 15 is Elim een plaats in de woestijn, met twaalf waterbronnen en zeventig dadelpalmen. Het volk Israël kon daar korte tijd uitrusten van hun zware tocht vanuit Egypte. De verandering van de dorpsnaam hing samen met de stichting van de hervormde gemeente rond 1915. Het idee was afkomstig van de dominees Boersma en Dekker.
In de tweede helft van de negentiende eeuw werd gepredikt in het zogenaamde Van Leeuwenkerkje in Elim. Dit kerkje was vernoemd naar bakker en dominee Van Leeuwen, die zich na 1850 in het dorp vestigde. Na de oprichting van de hervormde gemeente werd in 1917 de huidige hervormde kerk aan de Dorpsstraat gebouwd. Het gebedshuis is ontworpen door H.J. Beilevelt. Het is een gesloten zaalkerk met een toren aan de voorzijde, waar ook de ingang is. Daarnaast kent Elim nog twee andere kerken: de Gemeente des Heeren aan de Carstensdijk en de Gereformeerde Kerk aan de Perebomenweg.
Aan de noordoostkant van het dorp liggen de fraaie Hollandscheveldse bossen met het recreatiegebied Schoonhoven. Dit bosterrein is aangeplant in de negentiende eeuw. Door bosbouw was de gemeente Hoogeveen rond 1900 de bosrijkste gemeente van Drenthe. Bijna een derde van het gemeentelijke grondgebied was destijds met bomen beplant. De weinig vruchtbare grond werd op deze manier goed gebruikt en het hout kon verkocht worden aan de houtverwerkende industrie. In de eerste drie decennia van de twintigste eeuw zijn veel bossen rondom Hoogeveen verdwenen en vervangen door landbouwgrond.
De grote Hoogeveensche Kei, die in Hoogeveen bij het kruispunt van de Willemskade met de Brinkstraat ligt, komt oorspronkelijk uit Elim. In 1925 werd deze aangetroffen in de tuin van de familie Dekker aan het Dwarsgat. De kei woog bijna 16000 kilo. Men stelde voor de kei als herdenkingsteken te gebruiken bij het 300jarig bestaan van Hoogeveen. Het gevaarte werd daarop met een schop uitgegraven en naar Hoogeveen vervoerd. Het project nam tientallen dagen in beslag. ■
Colofon
Bron: Noordboek