Emmen - dorp in Drenthe
Emmen
Op de oostfank van de Hondsrug, langs een doorgaande route tussen Groningen en Coevorden, is in de middeleeuwen de plaats Emmen ontstaan. Omstreeks het jaar 1139 werd in een bisschoppelijk document voor het eerst melding gemaakt van Emmen, omdat de bisschop van Utrecht hier enkele bezittingen had. De naam van de plaats schreef men toen nog als Emne, wat duidt op een open vlakte.
Emmen had vroeger enkele brinken waarvan enkel nog de brinkachtige ruimte bij de kerk bewaard is gebleven. Emmen heeft nooit offcieel stadsrechten verkregen, zoals dat bij Assen en Coevorden wel het geval was.
Desondanks wordt Emmen door zijn omvang wel als kleine stad beschouwd. Tot in de negentiende eeuw was het dorp Roswinkel zelfs groter, maar de centrale ligging van Emmen was doorslaggevend bij de keuze voor een bestuurscentrum.
In de twaalfde eeuw werd Emmen een zelfstandige parochie. Aan het eind van die eeuw werd aan de huidige Schoolstraat een stenen kerk gebouwd met een forse toren in romaanse stijl. De kerk werd in 1856 deels afgebroken.
Tegen de toren werd de huidige zaalkerk opgetrokken in neoclassicistische stijl. De toren bleef bewaard, maar werd wel bepleisterd en voorzien van de huidige lantaarn met spits.
De bepleistering is later verwijderd, waarna de toren is ommetseld. Tot de inventaris van de kerk behoren onder meer een zandstenen doopvont uit de dertiende eeuw en een orgel uit 1873.
Oorspronkelijk was de Grote Kerk van Emmen gewijd aan Sint Pancratius, sinds de Reformatie is het een hervormde kerk.
Behalve de Grote Kerk telt Emmen nog vele andere gebedshuizen verspreid over de verschillende wijken. Opvallend is de witgepleisterde synagoge aan de Julianastraat. Dit is de enige synagoge in Drenthe die nog in gebruik is. Het gebouw uit 1878 is voor het laatst gerestaureerd in 2000, na een aanslag. Een jaar later werd de synagoge weer ingewijd. Twee andere vooroorlogse kerken staan aan de Kapelstraat en de Wilhelminastraat. Dit zijn de hervormde kerk uit 1923 en de gereformeerde uit 1922. De katholieke gemeente heeft zich verenigd in de Titus Brandsma Parochie en kerkt in de naoorlogse Pauluskerk aan de Meerstraat.
De ontwikkeling van Emmen kwam pas echt op gang aan het einde van de negentiende eeuw. De ontginningswerkzaamheden, het graven van de veenkanalen en de komst van de turfstrooiselindustrie zorgden voor een finke bevolkingsgroei. Telde Emmen in 1889 nog ongeveer 900 inwoners, nog geen halve eeuw later was dat aantal gegroeid naar ruim 4300. Emmen kreeg in 1905 een aansluiting op de spoorlijn tussen Zwolle en Stadskanaal. Al in 1903 was men begonnen met de bouw van een treinstation, dat identiek was aan dat in Stadskanaal. In 1965 werd het statige pand gesloopt en vervangen door het huidige eenlaags pand met vouwdak. Emmen heeft nog een treinverbinding met Zwolle en heeft een tweede station gekregen aan de rand van de wijk Bargeres. Rond 1907 had Emmen ook een halte aan de stoomtramlijn tussen Hoogeveen en Ter Apel.
Door de grote werkloosheid die volgde op de stagnering van de turfwinning vanaf de jaren ’20 verhuisden veel veenarbeidersgezinnen naar elders in het land. Pas na de Tweede Wereldoorlog kwamen nieuwe industrieën naar Emmen en omgeving. In 1949 werd de Enkalonfabriek voor nylongaren geopend. Niet lang daarna volgde een nylonkousenfabriek, enkele metaalfabrieken en werd de dienstensector uitgebreid. Een van de grotere werkgevers is het Scheper Ziekenhuis. Daarnaast heeft de stad ook meerdere basisscholen, middelbare scholen en een hogeschool.
Met de komst van het Noorder Dierenpark in 1935 is ook de toeristische sector fink gegroeid.
Het dierenpark heeft zich ontwikkeld tot een van de belangrijkste attracties van NoordNederland. In 1998 breidde de dierentuin uit met een klein park op de Noordbargeresch, dat via een grote loopbrug verbonden is met het oudere deel. Het is de bedoeling dat de dierentuin in 2014 geheel is verplaatst naar de es en dat het park in het centrum wordt afgebroken.
Over de herinrichting van de centrumlocatie vindt in 2008 nog volop overleg plaats.
Door de landschappelijke waarde van zowel de Emmeresch als het bosgebied Emmerdennen vond de stadsuitbreiding na 1945 plaats ten noorden en zuiden van het oorspronkelijke dorp, maar ook aan de overzijde van de Emmerdennen. De esdorpen Noordbarge, Zuidbarge en Westenesch grenzen inmiddels geheel of gedeeltelijk aan de bebouwing van Emmen en worden daarom als deel van de stad beschouwd. Westenesch ligt nog het meest zelfstandig, maar wordt ingehaald door de bouwplannen van het Dierenpark Emmen. Het dorpje heeft een beschermd dorpsgezicht vanwege de fraaie oude boerderijen die er staan.
In het zuidoosten wordt Emmen van BargerOosterveld gescheiden door het sportpark Meerdijk. Hier staat ook het stadion van FC Emmen, de enige Drentse profvoetbalclub. De meest zuidelijke wijk van Emmen is Parc Sandur aan de Grote Rietplas, deels een recreatiepark en deels een woonwijk. Westelijk van de Rietlanden wordt de nieuwe wijk Delftlanden gebouwd.
In de omgeving van Emmen liggen maar liefst tien hunebedden, die genummerd zijn van D38 tot en met D47. Opvallend is hunebed D43 op de Emmeresch, een zogenaamd langgraf. Het bestaat uit een krans van ruim vijftig stenen, waarbinnen twee grafheuvels zijn ingebed. Het langgraf is in de twintigste eeuw gerestaureerd en is uniek in zijn soort. Hunebed D44 staat op een boerenerf bij Westenesch en is als laatste hunebed nog particulier bezit. Het verkeert in een slechte staat. De hunebedden D46 en D47 zijn opgenomen in de wijk Angelslo, gebouwd in de jaren ’60, en liggen op groenstroken tussen woonhuizen en grote fats.
Het moderne winkelcentrum is grotendeels overdekt. Naast de grote landelijke winkelketens zijn er nog relatief veel kleine zelfstandige winkels. Daardoor is het centrum van Emmen erg in trek. De vele kunstwerken in het stadscentrum verhogen de sfeer, met name de vrolijke houten beelden van wilde dieren die gemaakt zijn door Homme Venema. Op de Markt staat de achtkante muziekkoepel uit de jaren ’30. Hier worden nog altijd concerten gegeven, bijvoorbeeld tijdens de Vlindermarkt die op de dinsdagen in juli en augustus plaatsvindt. Al ruim dertig jaar wordt vanuit Emmen de enige professionele wielerronde van Drenthe georganiseerd, de Gouden Pijl. Deze wordt gehouden op de derde dinsdag na de Tour de France.
Het vroegere agrarische karakter van Emmen is nog te zien aan de oude boerderij uit 1864 aan het Marktplein, die na brand in 2007 deels is herbouwd. Dit is een van de weinige boerderijen die binnen de stadsbebouwing bewaard is gebleven. Aan de westkant van het centrum, aan het Raadhuisplein, staat het gemeentehuis. Na de gemeentelijke herindeling van 1998 is Emmen samengegaan met de gemeente Schoonebeek, waardoor Emmen nu qua oppervlakte bij de drie grootste gemeentes van Nederland hoort. ■
Colofon
Bron: Noordboek