Hijkersmilde - dorp in Drenthe
Hijkersmilde
Het kanaaldorp Hijkersmilde ligt aan weerszijden van de Drentsche Hoofdvaart. De bebouwing strekt zich uit van de Spiersbrug tot aan de Veenhoopsbrug, wat het dorp bijna drieënhalve kilometer lang maakt. Hijkersmilde ontstond rond 1750, toen men weer begon met het ontginnen van de Smildervenen. Deze waren ter hoogte van Hoogersmilde stil komen te liggen door onder meer een verwaarloosd veenkanalenstelsel. De Friese familie Lycklama, die veel bezittingen had in Hijken, werd in die tijd eigenaar van de Smildervaart. Zij zette de verveningen bij Hijkersmilde op kleine schaal voort.
Na 1767 begon men met de aanleg van de Drentsche Hoofdvaart tussen het Meppeler Diep en Assen, ter verbetering van de Smildervaart. De ontginning van het veengebied verliep voorspoedig en de vier ontginningsdorpen langs de vaart groeiden in korte tijd fink. Rond 1890 werd in Hijkersmilde de derde stoomzuivelfabriek van Drenthe geopend. Door onenigheid tussen de aandeelhouders en het bestuur werd de fabriek in 1909 opgeheven en daarna voortgezet door een nieuwe coöperatie onder de naam Smilde. Ook na de doorstart bleven er problemen. De zuivelfabriek is in 1957 gesloten en het pand werd twee jaar later afgebroken.
In de eerste helft van de negentiende eeuw kreeg Hijkersmilde een tramstation. Het dorp kreeg daardoor een verbinding met Meppel en later ook met Assen. In de jaren ’60 werd de spoorlijn opgeheven. De tramremise is bewaard gebleven en is particulier bezit. Tegenwoordig maakt Hijkersmilde deel uit van een bijna twintig kilometer lang bebouwingslint langs de Drentsche Hoofdvaart. Het dorp kent nagenoeg geen komvorming, de bewoners beschouwen de omgeving van de Leembrug als dorpscentrum. Langs de Leemdijk is ook het kleine gelijknamige industrieterrein gevestigd.
In Hijkersmilde staat het beeld De Ontmoeting, het tweede in een reeks van vier beelden die verspreid over de vier aaneengesloten lintdorpen staan. Gezamenlijk verbeelden de kunstwerken de onderlinge verbondenheid van de vier ontginningsdorpen.
Colofon
Bron: Noordboek