Hooghalen - dorp in Drenthe
Hooghalen
De geschiedenis van de esdorpen Hooghalen en Laaghalen gaat terug tot in de middeleeuwen. Op een zandrug langs de handelsroute tussen Meppel en Groningen werd Halen gesticht, een dochternederzetting van Beilen.
In 1217 kwam de naam Halen al voor in offciële documenten. De naam duidt op een droog of afgelegen gebied. Door een toename van het aantal boerderijen sprak men aan het eind van de middeleeuwen al van een hoog Halen en een laag Halen. De twee plaatsen hadden eigen essen. In Hooghalen waren twee brinken. Van de brink bij de Smilderweg en de Nijlanden is een restant bewaard gebleven.
Er is ook nog een brinkachtige ruimte aan de Laaghalerstraat. Laaghalen had een brink aan de Boermarkeweg, maar deze is inmiddels bebouwd.
Ondanks het feit dat de dorpen al eerder van elkaar gescheiden waren, vormden Hooghalen en Laaghalen nog tot 1864 de marke van Halen.
Sinds de jaren ’50 van de twintigste eeuw zijn de dorpen defnitief van elkaar gescheiden door de aanleg van de A28 tussen Assen en Hoogeveen. De verspreide bebouwing van Laaghalen ligt voornamelijk aan weerszijden van de Boermarkeweg. Het dorp breidde door de jaren heen nauwelijks uit, waardoor het agrarische karakter bleef. De boerderij aan de Boermarkeweg 11 dateert in de kern uit de eerste helft van de achttiende eeuw en even verderop staat een boerderij met de jaartalsteen 1882.
Hooghalen daarentegen groeide uit tot een middelgroot dorp. Dit kwam mede door de aanleg van de spoorlijn Groningen-Zwolle en van de provinciale weg tussen Beilen en Assen. Rond 1880 kreeg Hooghalen een eigen treinstation, waaraan de straatnaam Stationsstraat nog herinnert. Dit gebouw is in de jaren ’70 afgebroken. In 1895 kreeg het dorp aan de Hoofdstraat een eigen coöperatieve zuivelfabriek en korenmaalderij met de naam Halen.
In 1966 is de fabriek gesloten en werd de productie verplaatst naar Assen. In het oude fabriekspand zit nu een winkel.
Op het heidegebeid ten westen van Hooghalen werd in 1939 Kamp Westerbork ingericht, dat in eerste instantie bestemd was als vluchtelingenkamp voor uit Duitsland gevluchte joden.
Bosaanplant in het heidegebied was al voor de oorlog begonnen en werd in de oorlog voortgezet door de geïnterneerden. In 1942 werd Kamp Westerbork een doorvoerkamp, vanwaaruit joden, Roma, Sinti en verzetsstrijders naar vernietigingskampen in Duitsland werden gestuurd. Het betrof meer dan honderdduizend mensen, slechts vijfduizend van hen keerden levend huiswaarts.
Vanaf de jaren ’50 werden de barakken van het kamp ingericht voor de opvang van ZuidMolukkers die gedwongen Indonesië moesten verlaten. Het kamp werd toen omgedoopt in Schattenberg. De barakken zijn later afgebroken. Sinds 1983 is hier Herinneringscentrum Kamp Westerbork gevestigd. Het Nationaal Monument Westerbork, gemaakt door Ralph Prins, is onthuld in 1970 en bestaat uit een negentig meter lange spoorrails, waarvan de einden omhoog zijn gekruld.
In de laatste dagen van de Tweede Wereldoorlog is de oude dorpskern van Hooghalen grotendeels verwoest. Veel oude Saksische boerderijen zijn hierbij verloren gegaan.
Laaghalen en Hooghalen liggen vlakbij enkele bijzondere natuurgebieden, zoals het Hijkerveld, de Boswachterij Hooghalen, ’t Witte Zand en het Heuvingerzand. Dit zijn uitgestrekte landschappen met bossen, heide, vennen en kleine stuifzanden. In de nabijheid van de twee dorpen zijn een aantal campings. In het Heuvingerzand ligt landgoed Dennenrode met het landhuis Klein Dennenrode uit 1930. In de boswachterij zijn in de jaren ’70, deels op het terrein van het voormalige deportatiekamp, grote telescopen van de Radiosterrenwacht Westerbork geplaatst. ■
Colofon
Bron: Noordboek