©: Hendrik van Kampen

Tussen 1853 en 1858 werd het Oranjekanaal gegraven, dat de Drentsche Hoofdvaart bij Hogersmilde en de Verlengde Hoogeveensche Vaart bij Klazienaveen later verbond. Aannemer van dit project was Jasper Klijn met zijn in 1853 opgerichte Drentsche Veen- en Middenkanaal Maatschappij. Vanaf het Oranjekanaal werd rond 1860 een zijtak gegraven naar de Hondsrug toe, de Odoornerzijtak. Aan het einde van dit zijkanaal ontwikkelde zich kort daarop het dorp Klijndijk.

De eerste bewoners waren arbeiders die werkten bij de kanaalmaatschappij. In 1864 werd de dorpsnaam al genoemd bij een geboortevermelding in het bevolkingsregister, men schreef toen de naam nog als Kleindijk. Of de plaats genoemd is naar Jasper Klijn, is niet met zekerheid vast te stellen. Het is ook mogelijk dat Klijndijk is afgeleid van het woord klijn, een soort natte veenbrokken. Het dorp groeide relatief snel, met name tussen de Hoofdweg en de Melkweg. Het Oranjekanaal, en daarmee ook de Odoornerzijtak, werd in de jaren ’70 van de vorige eeuw gesloten voor de scheepvaart.

De groei van het dorp zorgde voor een hoog voorzieningenniveau. Klijndijk heeft een actief verenigingsleven, een eigen openbare basisschool en peuterspeelzaal, de nodige winkels en horeca en bovendien diverse overnachtingsmogelijkheden. Tussen Klijndijk en het Valtherbos ligt een groot recreatiepark. Het Valtherbos is een bosgebied van ongeveer 450 hectare dat in de jaren ’20 is aangeplant. In het bos zijn enkele grafheuvels en het hunebed D35. In het zuiden grenst het Valtherbos aan Emmen en de Emmerdennen. Klijndijk ligt dicht bij Odoorn en Valthe. De bouwlanden tussen de drie dorpen heet het Oosterveld.

Daar bevindt zich hunebed D34 en aan de andere kant van de weg ligt de grootste grafheuvel van Drenthe, het Eppiesbarchien. Bij de grote rotonde in het dorp staat het beeld Kringloop van het Leven. Dit glazen en metalen beeld is gemaakt door Edith Stoel en onthuld in 1997.

Colofon

Bron: Noordboek

© Foto voorblad: Hendrik van Kampen