Matsloot - dorp in Drenthe

Matsloot


Matsloot
©: Hendrik van Kampen

Boven Roden en Peize ligt de uitgestrekte Polder Matsloot-Roderwolde. Dit grote weidecomplex is vernoemd naar de twee plaatsen waar het tussenin ligt, het buurschap Matsloot en het wegdorp Roderwolde. In de jaren ’30 van de vorige eeuw is het gebied volledig heringericht en sindsdien probeert men zoveel mogelijk de natuurlijke en historische waarde van het gebied te behouden. Tussen het Leekstermeer en het Peizerdiep ligt het water Matsloot, een uitloper van het meer.

De verspreide bebouwing van Matsloot bevindt zich aan weerszijden van de rijksweg A7 tussen Groningen en Drachten. In 1987 bepaalde men dat de snelweg tussen de stad Groningen en het Leekstermeer de provinciegrens werd. De huizen aan de noordkant van de weg liggen daarom op Gronings grondgebied, de andere huizen horen bij de gemeente Noordenveld. De eerste melding dat Matsloot bewoond werd is van 1564. Het werd toen Maethuisen genoemd. Op kleine zelf opgeworpen terpen in het moerasgebied had men kleine woningen gebouwd. In de loop der tijd zakten deze terpen steeds verder weg in het veen, waardoor de bewoners uiteindelijk gedwongen werden te verhuizen.

Roderwolde is ouder dan Matsloot en is al ontstaan in de middeleeuwen. Rond 1100 vestigden de eerste bewoners zich in deze streek, nadat vanuit Roden een begin gemaakt was met de ontginning van het veen. Tot in de achttiende eeuw lag de dorpskern noordelijker dan tegenwoordig. De bebouwingsas lag tussen het buurschap Sandebuur en het bosperceel Het Waal. Dit is nog te zien aan de begraafplaats van Roderwolde, die ligt namelijk een kleine kilometer vanaf de dorpskern en is bereikbaar via een zijweg van de Achtersteweg. Door de jaren heen nam het belang van de landbouw en de veenontginning toe, waardoor de bodem inklonk en het grondwaterpeil steeg. De inwoners van Roderwolde zagen zich daarom genoodzaakt in de loop van de achttiende eeuw te verhuizen naar hoger gelegen zandgronden.

Het nieuwe dorp Roderwolde vormde zich aan weerszijden van de Roderwolderweg, de huidige Hoofdstraat. De hervormde kerk uit 1619 bleef in eerste instantie op zijn oorspronkelijke plek bij de begraafplaats. Rond 1830 besloot men de kerk terug te plaatsen in de dorpskern. De oude kerk werd afgebroken en in 1831 verrees aan de Hoofdstraat 25 de nieuwe hervormde kerk. Dit is een kleine zaalkerk met neoclassicistische vormen. De toren en de voorgevel zijn gebouwd met gebruik van sloopmateriaal van de oude kerk. Tot de inventaris behoren onder meer een doopvont uit 1560 en een luidklok uit 1634. Vanaf de kerk kan men via de Pastorielaan in één rechte lijn doorlopen naar de begraafplaats.

Beeldbepalend in Roderwolde is de grote achtkante stellingmolen Woldzigt. Deze molen uit 1852 had als functie graan te malen en olie te slaan uit kool- en vlaszaad. Tegen de stenen onderbouw zijn twee grote schuren gebouwd, waardoor het lijkt alsof de molen bovenop een gebouw staat. In 1919 kwam de molen te koop te staan, waarna enkele inwoners van Roderwolde de Coöperatieve Olieslagerij en Korenmaalderij oprichtten. In 1951 raakte hij buiten bedrijf. De gemeente nam de zorg voor de molen over en liet Woldzigt grondig restaureren. De molen is nu weer maalvaardig en open voor bezichtiging. In een deel van de molen is sinds 1974 het Nederlands Graanmuseum gevestigd. Een ander bijzonder gebouw is Huis Waalborg, dat rond 1650 is gebouwd aan De Hoek. Het herenhuis is in 1784 grondig verbouwd, waarbij het zijn huidige aanblik kreeg.

Matsloot is vooral bekend door de grote jachthaven aan de noordkant van het Leekstermeer.

De combinatie van uitgestrekte weidelandschappen en grote waterpartijen maakt het gebied erg populair bij boottoeristen. Bij de jachthaven van Matsloot ligt paviljoen Wolthers en er zijn meerdere overnachtingsmogelijkheden.

Roderwolde trekt al meer dan vijfenveertig jaar duizenden mensen naar het dorp door het openluchtspel. De stukken worden opgevoerd in het Rowolmers dialect. ■

Colofon

Bron: Noordboek

© Foto voorblad: Hendrik van Kampen
Lees meer