Nietap - dorp in Drenthe

Nietap


Nietap
©: Hendrik van Kampen

Aan het begin van de zeventiende eeuw ontstond langs de provinciegrens bij het Groningse Leek de handelsnederzetting Nietap. Een verschil in belastingstelsels tussen Groningen en Drenthe maakte het voor middenstanders aantrekkelijk zich hier te vestigen. Nietap ontwikkelde zich tot grensplaats door de aanwezigheid van tolhuizen, herbergen en een brede hoofdstraat. Het bewaard gebleven voormalige tolhuis aan de J.P. Santeeweg herinnert hier nog aan. Tegenwoordig worden Nietap en Leek als één geheel beschouwd.

De naam van het dorp is waarschijnlijk afkomstig van één van de eerste herbergen, de Nye Tap. De naam komt voor in documenten uit 1685. Naar verluidt mocht in Leek, op gezag van de heren van Nienoord en Vredewold, geen alcohol genuttigd worden. Op Drents grondgebied mocht dat wel. Momenteel staat in Nietap nog café De Waag, dat van achttiendeeeuwse herberg uitgroeide tot een groot horecacomplex.

De bebouwing van Nietap concentreerde zich langs de J.P. Santeeweg. Halverwege de achttiende eeuw telde het dorp al negentien gezinnen. In de loop der tijd verdichtte de bebouwing en ontstond er komvorming door de aanleg van nieuwe straten tussen de Natuurschoonweg en de J.P. Santeeweg. Door de hoofdstraat van Nietap reed tussen 1913 en 1948 de Drachtstertram, de spoorlijn verbond Drachten met Groningen. De Philipsfabriek in Drachten gebruikte dit spoor tot 1985 voor goederenvervoer.

Bij de driesprong in Nietap stond tot 1965 de monumentale achttiende-eeuwse boerderij Vredeveen. In het aangrenzende buurschap Terheijl stond vanaf de vijftiende eeuw een groot huis. Dit Huis Terheyl aan de Vagevuurselaan was eigendom van het klooster in het Groningse Aduard. In de zeventiende eeuw werd het huis particulier bezit en kreeg het de status van havezate. In 1853 is Huis Terheyl gesloopt en vervangen door het huidige neoclassicistische pand. Er tegenover begint de fraaie Toutenburgsingel, waar vroeger het Huis Nieuw-Toutenburg stond.

Colofon

Bron: Noordboek

© Foto voorblad: Hendrik van Kampen
Lees meer