Nieuw Schoonebeek - dorp in Drenthe
Nieuw Schoonebeek
In het uiterste zuidoosten van Drenthe, langs de grens met Duitsland, ligt het wegdorp Nieuw-Schoonebeek. Het is ontstaan als boekweitkolonie aan het begin van de negentiende eeuw. De eerste bewoners waren voornamelijk boeren, later kwamen ook land- en veenarbeiders naar het dorp. Ze vestigden zich aan weerszijden van de weg die Schoonebeek met het Duitse Meppen verbond. Vanaf deze weg werd het veen in langwerpige stroken ontgonnen. Boekweit werd in deze streek het meest geteeld.
Omstreek 1905 werd de doorgaande weg verhard. Later is bij de kruising van de Kerkenweg en de Europaweg komvorming ontstaan.
Nieuw-Schoonebeek ligt aan de rand van het beekdal van het Schoonebeekerdiep, dat hier de landsgrens vormt. Aan de andere kant van de grens ligt het wegdorp Neuringe parallel aan de beek en aan Nieuw-Schoonebeek.
Door de komst van Duitse boeren ontstond een omvangrijke katholieke enclave in NieuwSchoonebeek. In 1849 begon men daarom met de bouw van een eigen zaalkerk, de Sint Bonifaciuskerk. In 1855 werd daar een neoclassicistische toren aan toegevoegd. In de jaren ’60 is de negentiende-eeuwse kerk gesloopt, maar men liet de toren ongemoeid. Die staat nu los, zonder kerk, aan de Europaweg. Even verderop bouwde men in 1967 een modern katholiek kerkgebouw.
Aan de Europaweg 76 staat de Wilms’ Boo, die voorheen dienst deed als veestal en als kleine verblijfsruimte voor de veehouder. Dit soort stallen werd vooral gebruikt in de maanden dat het vee buiten liep. Rond Nieuw-Schoonebeek stonden in het verleden enkele tientallen van dergelijke bouwwerken, die vaak bijzonder fraai waren gedecoreerd met geknoopt stro.
De Wilms’ Boo uit 1645 was lang de enige overgebleven boo, maar brandde in 2004 geheel af. Inmiddels zijn de boo en de bijschuur weer herbouwd. De buitenkant is opgetrokken in oorspronkelijke stijl, de binnenkant is gemoderniseerd en ingericht als woonhuis en logement.
Colofon
Bron: Noordboek