Nieuw Weerdinge - dorp in Drenthe
Nieuw Weerdinge
Het kilometerslange kanaaldorp NieuwWeerdinge, noordoostelijk van Weerdinge, is ontstaan als een veenkolonie in de tweede helft van de negentiende eeuw. Om de Weerdingervenen te kunnen ontginnen, groef men een kanaal tussen het Ter Apelerkanaal en het dorp Weerdinge. Haaks op deze mond werd een netwerk van wijken aangelegd, kleine verbindingskanalen voor turftransport en afwatering.
Daarna kon het gebied in lange percelen worden afgegraven. De eerste bewoners waren voornamelijk boeren en veen- en landarbeiders, die zich vestigden aan de rand van de hoofdvaart.
De nieuwe nederzetting kreeg in eerste instantie de naam Weerdingermond. Op verzoek van het Plaatselijk Nut werd in 1902 de plaatsnaam veranderd in Nieuw-Weerdinge. Het buurschap dat net over de provinciegrens aan hetzelfde kanaal ligt, heeft wel de naam Weerdingermond behouden. Zoals vele andere veenkolonies in Oost-Drenthe maakte ook Nieuw-Weerdinge een snelle ontwikkeling door. Het dorp is daardoor vele malen groter geworden dan het moederdorp Weerdinge. In het kader van het honderdjarige bestaan van het dorp in 1972 werd op het Beertaplein het bronzen beeld De Veenarbeider onthuld. Deze is gemaakt door Gerrit Bolhuis en is een eerbetoon aan de arbeiders die in barre omstandigheden het veen hebben ontgonnen. Het beeld De Landbouwer, in westelijk Nieuw-Weerdinge, is eveneens als eerbetoon aan de veenkoloniale boeren en landarbeiders onthuld tijdens het eeuwfeest.
In 1904 werden in het Weerdingerveen twee veenlijken gevonden, die later bekend zijn geworden als het Paar van Weerdinge. Aanvankelijk dacht men dat deze lijken van een man en een vrouw waren, maar uit nader onderzoek is gebleken dat het om twee mannen ging. Zij leefden waarschijnlijk in het begin van onze jaartelling. Vast is komen te staan dat in ieder geval één van de twee door geweld om het leven is gekomen. De veenlijken zijn overgebracht naar het Drents Museum te Assen.
Rond 1900 waren in Nieuw-Weerdinge twee dorpskernen ontstaan, bij de kruising van het Weerdingerkanaal en het Eerste Kruisdiep en bij de kruising met het Derde Kruisdiep. Door de toename van de veenkoloniale akkerbouw, maar ook van industrie, groeiden de dorpskernen aan elkaar. Na de Tweede Wereldoorlog breidde Nieuw-Weerdinge uit bij de oostelijke dorpskern en ontstond komvorming. Het westelijke deel van het Weerdingerkanaal is in de twintigste eeuw gedempt.
In 1907 kreeg Nieuw-Weerdinge een gereformeerde kerk. Dit is een eenvoudige, recht gesloten zaalkerk met boven de ingang een grote gevelsteen met het stichtingsjaartal. Twee jaar later kreeg ook de hervormde gemeente een eigen kerk. Dit gebedshuis heeft een hoge, smalle geveltoren en eveneens een gevelsteen met jaartal. In 1916 werd ook een zaalkerk voor de baptistengemeente opgericht, die later werd ingeruild voor een modern gebouw aan het Gedempte Achterdiep, De Open Poort genaamd.
Mede door het hoge aantal beschikbare arbeidskrachten en de ligging aan het kanaal nabij de provincie Groningen en Duitsland, trok Nieuw-Weerdinge ook enige industrie aan. Onder meer de bestekfabriek van Gero en een machinefabriek vestigden zich hier aan het begin van de twintigste eeuw. Ondanks het feit dat er redelijk wat bedrijven in NieuwWeerdinge zijn, heeft het dorp zich toch vooral ontwikkeld tot forensendorp. Er zijn meerdere basisscholen, winkels en enige horeca. In 1994 werd multifunctioneel centrum De Badde geopend. ■
Colofon
Bron: Noordboek