Noordscheschut - dorp in Drenthe
Noordscheschut
Ten oosten van Hoogeveen, aan weerszijden van de Verlengde Hoogeveensche Vaart, ligt Noordscheschut. De oorsprong van dit kanaaldorp gaat terug tot het einde van de zeventiende eeuw. Men begon op kleine schaal met de vervening van het gebied, waardoor boeren en veenarbeiders zich hier vestigden. In 1766 werd een schutsluis geplaatst tussen het verbindingskanaal Noordsche Opgaande en de Hoogeveensche Vaart. Vanwege de ligging kreeg de sluis de naam Noordsche Schut, wat sindsdien ook de naam was van de nederzetting bij de sluis. Het 225-jarig bestaan van het dorp is in 1991 groots gevierd. Ter herinnering hieraan is bij de sluis, op de hoek van het Zwarte Dijkje en de Meester Sterkenweg, het beeld De Sluiswachter onthuld. Dit natuurstenen beeld van Onno de Ruijter symboliseert de sluis en zijn sluiswachter als middelpunt van het dorp.
Halverwege de negentiende eeuw nam de verveningscompagnie van de Amsterdammer J.C. Rahder de vervening verder ter hand. De Hoogeveensche Vaart werd verlengd richting het oosten en het dorp verplaatste zich eveneens oostwaarts. Naast de lintbebouwing langs de kanalen ontstond geleidelijk komvorming in het dorp. Nog altijd staan in het dorp enkele fraaie herenhuizen die gebouwd zijn voor de rijke verveners, met name aan de Drostenraai en de Molenweg.
In de twintigste eeuw groeide het dorp verder.
Aan de oostkant van Noordscheschut werden in de jaren ’20 het Linthorst-Homankanaal en de Verlengde Hoogeveense Vaart met elkaar verbonden. Veel kleine verbindingskanalen in de omgeving van Noordscheschut werden in de jaren ’50 gedempt.
In de loop der jaren zijn in Noordscheschut vijf kerken gebouwd. Voor een gereformeerde kerkdienst waren de inwoners nog lang aangewezen op Hoogeveen. Vanaf 1870 werd er gepreekt in een woning in het naburige Nieuweroord. Na 1890 werd diensten gehouden in de gereformeerde school. Na de eeuwwisseling kocht men de grote witte villa Valkenheim aan de Drostenraai, die ooit eigendom was van de vervenersfamilie Rahder. De villa werd een pastorie en daarnaast werd de gereformeerde kerk gebouwd. In de loop van de twintigste eeuw is de villa meerdere malen verbouwd, maar uiteindelijk gesloopt om plaats te maken voor de huidige pastorie.
De christelijk-gereformeerde gemeenschap van het dorp was tot in de Tweede Wereldoorlog aangewezen op de kerk in Hoogeveen.
Die kerk werd echter te klein en men vond een nieuwe tijdelijke locatie in de zaal boven de herberg van Harkema in Noordscheschut.
Rond 1946 begon men met de bouw van een eigen kerk aan het Zwarte Dijkje. Het werd een donkerkleurige houten kerk met een opengewerkt wit torentje. De klok kreeg de naam Bengel van Noordscheschut en was een gift van Plaatselijk Belang. Vanwege de staat van de kerk worden momenteel de mogelijkheden onderzocht om een nieuw kerkgebouw te realiseren.
De Adventisten van Noordscheschut vonden onderdak in het oude tramwachtlokaal. Rond 1970 is dit gebouw afgebroken en is er een nieuw, moderner gebouw voor in de plaats gekomen. De Gereformeerde Gemeente bouwde een kerk aan de Coevorderstraatweg en de hervormde gemeente bouwde de Immanuëlkerk aan de Tramweg.
Het dorp heeft veel eigen voorzieningen en twee basisscholen. Sinds 1936 staat in Noordscheschut de Neutrale School, die in de jaren ’80 de naam Het Blokland kreeg. De hervormde basisschool uit 1906 en de gereformeerde basisschool uit 1931 fuseerden vlak voor de eeuwwisseling tot de huidige school De Regenboog aan de Jan Naardingweg. Aan diezelfde straat staat dorpshuis De Cirkel. Dit dorpshuis biedt onderdak aan de diverse verenigingen en sportclubs. Sinds enkele jaren wordt in Noordscheschut de Oldtimerdag georganiseerd. Op de eerste zaterdag van juli stroomt het dorp vol met klassieke auto’s en oude tractoren. ■
Colofon
Bron: Noordboek