Sleen - dorp in Drenthe

Sleen


Sleen
©: Hendrik van Kampen

De eerste bewoners van het esdorp Sleen vestigden zich op hoger gelegen zandgronden van de Rug van Sleen, een deel van de Drentse zandrug Rolderrug. Al in 1160 kwam Sleen als Sle voor in een offcieel document. Later werd de naam geschreven als Scleen en Schleen.

Wat Sleen betekent is niet duidelijk, de naam kan duiden op de aanwezigheid van een bepaalde planten- of struikensoort of op een diepte in het landschap.

Sleen had tot in de negentiende eeuw een zeer grote centrale brink. Door bebouwing is daar minder dan de helft van over. Op deze brink is rond 1990 een dorpspomp geplaatst, een kopie van de oorspronkelijke pomp die daar tot in de jaren ’50 stond. Een kleinere driehoekige brink ligt aan de Schaapstreek. De essen liggen voornamelijk aan de noord-, oost en zuidzijde van het dorp. In de late middeleeuwen ontwikkelde Sleen zich tot hoofdplaats van de dingspil Zuidenveld, een van de zes rechtsdistricten van Drenthe.

Aan de Brink staat de grote hervormde kerk.

De oorsprong van deze kerk ligt in de veertiende eeuw, toen het gotische koor gereedkwam.

In de eerste helft van de vijftiende eeuw werden de toren en het schip gebouwd. Na 1882 is de kerk ingrijpend gerestaureerd onder leiding van bouwmeester P. Cuypers. De kerk werd geheel ommetseld, waardoor hij zijn neogotische uiterlijk kreeg. Tot de inventaris behoren onder meer een zandstenen doopvont uit de dertiende eeuw en een preekstoel uit 1668. Het orgel is gebouwd in 1846 en in 1949 in de kerk van Sleen geplaatst. Toen in 1923 de lantaarnbekroning op de toren werd vervangen door een naaldspits, was de kerktoren van Sleen de hoogste van Drenthe.

In 1898 opende de particulier J. Jacobs aan de Brink een kleine zuivelfabriek. Enkele jaren later werd de fabriek een coöperatie en schakelde men over van handkracht op stoomkracht.

De fabriek was van veraf te herkennen door de hoge schoorsteenpijp. Na de Tweede Wereldoorlog werd de fabriek geheel vernieuwd. Door schaalvergroting moest de zuivelfabriek in 1968 sluiten en werd de productie overgeheveld naar Zweeloo en Noordbarge. In de jaren ’70 is de fabriek afgebroken en werd het gebied weer bij de brink getrokken. Rond 1900 kreeg Sleen een halte aan de tramlijn van de Eerste Drentsche Stoomtramwegmaatschappij. Het dorp kreeg daardoor een tramverbinding met onder meer Hoogeveen en Emmen.

Aan de Heirweg is in 1855 het armenwerkhuis ’t Armhoes van de hervormde diaconie gebouwd.

Dit eenlaagspand was in 1972 decor voor de televisieserie Bartje. Na 1973 was het gebouw ontmoetingscentrum en tegenwoordig is het een woon- en bedrijfspand. Aan de Drostenstraat staat stellingkorenmolen De Hoop. Deze molen is gebouwd in 1914, nadat een andere molen op deze plek volledig was afgebrand. Bij de bouw is gebruik gemaakt van onderdelen van een molen uit Amersfoort. In de jaren ’50 en ’70 is de molen grondig gerestaureerd. Hij kan bezichtigd worden.

Enkele kilometers noordelijk van Sleen begint het langgerekte natuurgebied van de Boswachterij Sleenerzand. Het terrein strekt zich uit van Noord-Sleen tot voorbij Schoonoord en De Kiel. In het bosgebied vinden we onder meer hunebed D49, oftewel De Papeloze Kerk, maar ook een gletsjerkuil, een recreatieplas en een grafheuvel. Iets ten oosten van Sleen grenst het Noordbargerbos aan Noordbarge bij Emmen. In de omgeving van Sleen zijn een aantal campings en kleine hotels.

Sleen is uitgegroeid tot een modern dorp, maar de historische dorpskern is behouden.

In de buurt van de Brink groepeert de bebouwing zich wat onregelmatig langs de oude uitvalswegen. Aan de Menso Altingstraat en de Schaapstreek staan een aantal interessante achttiende- en negentiende-eeuwse boerderijen. Na de Tweede Wereldoorlog is Sleen fink uitgebreid aan de zuidkant. Daar is sprake van een dichte bebouwing langs een rechthoekig stratenpatroon. Het dorp heeft een hoog voorzieningenniveau, onder andere twee basisscholen, een redelijke middenstand en een eigen bibliotheek.

De acht woonkernen van de vroegere dingspil Zuidenveld, waaronder Sleen, organiseren sinds 1920 om de beurt in juni een groot dorpsfeest. Oorspronkelijk ging het om een tentoonstelling van agrarische producten en machines, tegenwoordig is het een feestweek met een optocht en vele activiteiten. In 2009 is Sleen weer gastheer. Een ander belangrijk evenement is de najaarsmarkt die ieder jaar in september plaatsvindt. Deze braderie trekt bezoekers uit de wijde omtrek.

Lange tijd was Sleen hoofdplaats van de gelijknamige gemeente. Vanaf 1938 vergaderde de gemeente in het raadhuis aan de Brink. Dit fraaie pand staat dwars langs de weg en heeft aan weerszijden trapgevels. In het midden van het dak staat een kleine dakruiter. Het pand is ontworpen door A. Baart en is rond 1980 naar achteren uitgebreid. Na de gemeentelijke herindeling van 1998 is Sleen met de gemeentes Dalen, Zweeloo, Oosterhesselen en Coevorden samengevoegd tot de grote gemeente Coevorden. Het voormalige raadhuis is nu multifunctioneel centrum. ■

Colofon

Bron: Noordboek

© Foto voorblad: Hendrik van Kampen
Lees meer