Taarlo - dorp in Drenthe
Taarlo
Taarlo wordt wel beschouwd als één van de best bewaard gebleven esdorpen van Drenthe. Centraal in het dorp ligt de brink, omgeven door meerdere grote boerderijen.
Ten noorden en zuiden van Taarlo liggen grote essen, oostelijk van het dorp stroomt de Drentsche Aa, hier het Taarlosche Diep genaamd, kronkelend door het landschap.
De driehoekige brink is omrand door grote eikenbomen en heeft in het midden een oorspronkelijke dobbe, die diende als reservoir voor bluswater en drinkwater voor vee. Taarlo en omgeving horen bij het Nationaal beek- en esdorpenlandschap Drentsche Aa.
In het jaar 820 komt de naam Arlo voor het eerst voor in offciële documenten van een Duits klooster, enkele eeuwen later schrijft men al Tarlo. Men vermoedt dat deze naam gold voor de gehele streek tussen Taarlo en Tynaarlo en niet specifek voor een van beide dorpen.
Desondanks horen zowel Taarlo als Tynaarlo tot de oudste dorpen van Drenthe en vierde Taarlo in 1995 groots het 1175-jarig bestaan.
Tussen Taarlo en Loon, aan een zijstraatje van de Taarloseweg, staat hunebed D15. Dit middelgrote hunebed bezit nog het grootste deel van zijn oorspronkelijke krans. In het Drents Museum in Assen zijn twee klokbekers van circa vierduizend jaar oud te bezichtigen die uit het hunebed afkomstig zijn. Op de es ten zuiden van Taarlo zijn omstreeks 2003 paalgaten en potscherven gevonden van een nederzetting uit de Romeinse tijd. Noordwestelijk van Taarlo, in het Bolveen, zijn naast scherven ook onderdelen van houten wagens aangetroffen.
Het Bolveen fungeerde in de tweede of derde eeuw waarschijnlijk als offerveen.
Taarlo was aanvankelijk een volledig agrarische nederzetting maar kent inmiddels een gevarieerde bevolkingssamenstelling. Veel boerenbedrijven zijn opgeheven, de boerderijen kregen een woonbestemming. In tegenstelling tot andere esdorpen is Taarlo in de twintigste eeuw niet uitgebreid met nieuwbouw. Wel zijn veel boerenbedrijven gemoderniseerd of uitgebreid.
Colofon
Bron: Noordboek