Uffelte - dorp in Drenthe
Uffelte
Het esdorp Uffelte is ontstaan in de vroege middeleeuwen. Al in de tiende eeuw stonden er enkele boerderijen, maar het gebied kwam pas tot ontwikkeling na 1040. In dat jaar kreeg de bisschop van Utrecht zeggenschap over Uffelte. In het plaatsje werd een opslagplaats gebouwd, waar de pachten in natura, voornamelijk graan, voor de bisschop bewaard konden worden. Hierdoor groeide Uffelte uit tot een belangrijk administratief centrum. Het jaar 1040 wordt aangehouden als het jaar dat Uffelte is ontstaan. Op 21 mei 1990 vierde het dorp het 950-jarig bestaan en ter gelegenheid daarvan werd een grote zwerfkei met plaquette onthuld.
De dorpskern ontstond langs de Dorpsstraat en Schoolstraat. Aan de Dorpsstraat staan een aantal bijzondere Saksische hallenhuisboerderijen. Tegenwoordig is Uffelte vooral forensendorp en heeft het gros van de boerderijen alleen nog een woonfunctie. Ten noorden van het dorp liggen de twee grote essen van Uffelte, de Noordesch en Westeresch. Uffelte grenst in het westen aan het Uffelterzand en het Uffelter binnenveld, natuurgebieden met bossen en woeste grond. Het Uffelterveen ligt ten noordwesten van het dorp en wordt begraasd door de Holtinger schaapskudde.
In de veertiende en vijftiende eeuw was sprake van kleinschalige handelsvaart op de beek Lake oostelijk van het dorp. Tijdens en na de aanleg van de Drentsche Hoofdvaart rond 1770 breidde het dorp uit. Er werd een schutsluis in de Vaart aangebracht, zuidelijk van Uffelte. De handel nam toe en er werden diverse fabriekjes geopend. Er werden nieuwe arbeiderswoningen aan de zuidoostkant van het dorp gebouwd. In 1908 werd aan de Rijksweg de coöperatieve stoomzuivelfabriek Algemeen Belang opgericht, die in 1969 weer sloot. De uitbreiding van het dorp resulteerde in een hoog voorzieningenniveau. Aan de Schoolstraat verrees in 1911 de hervormde kapel, een kleine zaalkerk met dakruiter. Tegenwoordig heeft Uffelte een eigen basisschool, galeries en meerdere overnachtingsmogelijkheden. Aan de Vijverlaan staat dorpshuis De Vlasbarg’n.
Colofon
Bron: Noordboek