Veenoord - dorp in Drenthe
Veenoord
Veenoord is ontstaan in de tweede helft van de negentiende eeuw, na de aanleg van de Verlengde Hoogeveensche vaart. De eerste huizen werden gebouwd aan de rand van het kanaal. Van daaruit werd het veengebied aan de zuidkant van de nederzetting ontgonnen en daar ontstond ook bebouwing. Veenoord ontwikkelde zich op het grondgebied van de gemeente Sleen, langs de gemeentegrens met Emmen. Aan de andere kant van die grens was omstreeks 1851 Nieuw-Amsterdam gesticht. In de loop van de twintigste eeuw groeiden beide dorpen aan elkaar vast en sprak men van een tweelingdorp. Na de gemeentelijke herindeling van 1998 werd ook Veenoord toebedeeld aan Emmen en sindsdien vallen Veenoord en Nieuw-Amsterdam onder één bestuur.
Niet lang na het ontstaan van Veenoord verbleef de beroemde schilder Vincent van Gogh enige maanden in het dorp. Hij logeerde en werkte in de herberg van de familie Scholte.
Dit logement is in de loop van de twintigste eeuw omgebouwd tot het Van Gogh Huis en ingericht als café-restaurant uit 1880. Hier bevindt zich ook een informatiecentrum over de Drentse periode van Van Gogh en kan men een rondleiding krijgen. Bij het witgepleisterde veerhuis vertrok vroeger de snikke, een trekschuit waarin ook Van Gogh arriveerde.
In 2007 is een gerestaureerde snikke uit 1907 weer in de vaart genomen, waarmee tochtjes gemaakt kunnen worden.
Aan de Industrieweg staat de stellingkorenmolen Nooitgedacht langs de Verlengde Hoogeveensche Vaart. Deze achtkante molen uit 1916 is de opvolger van twee eerdere molens. De eerste molen dateerde van 1862 en was gebouwd van sloopmateriaal van een Groninger molen. Na een verwoestende brand in 1904 werd aan het kanaal een nieuwe molen gebouwd, die in 1916 door bliksem afbrandde.
Daarna verrees de Nooitgedacht, die is gebouwd met onderdelen van een afgebroken oliemolen uit Overijssel. De molen is later grondig gerestaureerd. In de molen wordt een ruimte ingericht voor het Dorpsarchief van Nieuw-Amsterdam en Veenoord.@Veenoord was lange tijd bekend door de grote aardappelmeelfabriek Excelsior die was gevestigd aan de Trekkenweg bij de Verlengde Hoogeveensche Vaart. Tot in de jaren ’60 werden de aardappels aangevoerd per schip.
Daarbij werd handig gebruik gemaakt van het netwerk van veenkanalen dat ooit gegraven was voor veenontginning. De fabriek had ruim veertig schepen in de vaart, die later van de hand werden gedaan door de toenemende concurrentie van het wegtransport. De geur van de vloeivelden kon men vaak al van verre ruiken. Excelsior maakte deel uit van de coöperatie Aardappelmeel Verkoop Bureau (Avebe). Door industriële schaalvergroting moest de fabriek in 1980 sluiten.
Veenoord en Nieuw-Amsterdam liggen langs enkele belangrijke verkeersaders. Behalve de Verlengde Hoogeveensche Vaart loopt ook de spoorlijn tussen Zwolle en Emmen langs het dorp. Deze werd in 1905 geopend. Het station werd vernoemd naar Nieuw-Amsterdam en is aangelegd ten noorden van Veenoord langs de Veilingstraat. Het karakteristieke witte stationsgebouw is in 1993 gesloopt, in het Overijsselse Hardenberg staat nog een identiek exemplaar. Iets verder noordwaarts ligt rijksweg A37 van Hoogeveen naar Duitsland.
Vanwege de strategische ligging ontwikkelde zich tussen het kanaal en de rijksweg een industriegebied.
Aan de Nieuweweg in Veenoord liggen de velden van de sportvereniging Twedo. Rond het belangrijkste voetbalveld is een racebaan aangelegd, die wordt gebruikt voor motorraces, oftewel speedway-wedstrijden. Al vanaf 1954 is Veenoord decor voor zowel regionale, landelijke als internationale races. Het dorp zet zich er tevens ieder jaar voor in de eerste schaatsmarathon op natuurijs te organiseren.
Veenoord heeft daarmee al vaak het landelijke nieuws weten te halen. ■
Colofon
Bron: Noordboek