Weiteveen - dorp in Drenthe

Weiteveen


Weiteveen
©: Hendrik van Kampen

Het kanaaldorp Weiteveen is ontstaan als veenkolonie in de tweede helft van de negentiende eeuw. Duitse kolonisten kwamen naar het Amsterdamsche Veld en het Schoonbeekerveld om een nieuw bestaan op te bouwen.

Hun plaggenhutten en boerderijtjes verrezen aan de Zuidersloot. De belangrijkste inkomstenbron was de teelt van boekweit. De nieuwe nederzetting kreeg de naam Nieuw-Schoonebekerveld. Na een gemeentelijke herindeling in 1954 werd het dorp omgedoopt tot Weiteveen, naar de vroegere boekweitcultuur.

Het dorp ontwikkelde zich door de grootschalige ontginning van het uitgestrekte hoogveengebied. Er werd een netwerk van veenkanalen gegraven, dat onder meer via het Dommerskanaal aansloot op het Stieltjeskanaal en de Verlengde Hoogeveensche Vaart.

Door de ontginningswerkzaamheden groeide de werkgelegenheid en daarmee het inwonertal van Weiteveen. Voor de Tweede Wereldoorlog telde Weiteveen al bijna duizend inwoners.

Vanaf de jaren ’50 werden er veel woningen bijgebouwd en groeiden de twee dorpskernen bij de Dordseweg en de Veltmanlaan aan elkaar tot een langgerekt dorp.

De Duitse kolonisten waren overwegend roomskatholiek en gingen lange tijd naar de kerk in Nieuw-Schoonebeek. Met de groei van de bevolking werd de roep om een eigen kerk luider.

In 1918 legde men de eerste steen voor de bouw van de kerk Maria Koningin van de Vrede aan de Zusterweg. De grond had de parochie gekregen van de Drentse Landontginningsmaatschappij.

De zaalkerk met een verlaagd ingangsportaal is ontworpen door architect Van Elmpt en is in de jaren ’70 uitgebreid. In 1925 bouwde de plaatselijke Evangelisatievereniging een houten kerkje genaamd Eben Haëzer. Al na een paar jaar werd deze vervangen door een kerk van steen. De hervormde kerk uit 1964 staat aan de westkant van het dorp. Na 2008 gaan de hervormde en gereformeerde gemeenten van Schoonebeek en Weiteveen verder als een Samen-Op-Weg-gemeente.

In het dorp ontstond grote consternatie toen in 1925 het tabernakel uit de nieuwe kerk werd gestolen. Kort daarop werd het sacramentshuisje teruggevonden in een greppel. Op deze plek is later een kapel gebouwd, waaromheen een begraafplaats werd aangelegd. In de kapel staan het tabernakel en een crucifx. Vanuit de opengewerkte kapel kan men alle velden van de begraafplaats overzien. De diefstal van het tabernakel werd dankzij het katholieke dagblad De Maasbode landelijk nieuws. Daardoor kregen de erbarmelijke omstandigheden waarin de veenarbeiders moesten leven en werken ook aandacht. In 1929 begon men daarom met de bouw van een onderkomen voor de zusters Franciscanessen, Missionarissen van Maria.

Deze Witte Zusters hielpen de bevolking en verzorgden ook zieken en ouden van dagen. In 1995 werd de zusterorde opgeheven, voor het voormalige zusterhuis staat als eerbetoon het bronzen beeld De Non van Weiteveen van Bert Kiewiet.

Weiteveen wordt omgeven door uitgestrekte, deels onontgonnen, hoogveengebieden, die doorlopen tot over de landsgrens. Het Schoonebeeker Veld biedt een uniek en gevarieerd cultuurlandschap, dat steeds meer wordt teruggegeven aan de natuur. Het Amsterdamsche Veld is grotendeels afgegraven en het open, waterrijke terrein biedt ruimte aan veel vogelsoorten. Aan de Zusterweg staat het Veenloopcentrum van Weiteveen. Dit vrijwilligersproject organiseert excursies door het hoogveengebied onder leiding van een deskundige gids. In de voormalige pastorie kan men overnachten. Ten noorden van Weiteveen liep tussen 1909 en 1983 een veldspoor van de Griendtsveen Maatschappij, bestemd voor het transport van turf tussen Duitse veengebieden en de Nederlandse fabrieken van de maatschappij. Aan de weg richting Klazienaveen staat het kunstwerk De Gescheurde Steen, een grote gespleten zwerfkei, die herinnert aan de verveningswerkzaamheden. ■

Colofon

Bron: Noordboek

© Foto voorblad: Hendrik van Kampen
Lees meer