Noord Sleen
Tussen Zweeloo en Emmen ligt het langgerekte esdorp Noord-Sleen. Het is ontstaan in de vroege middeleeuwen als afsplitsing van Sleen. Het van oorsprong agrarische dorp heeft grote essen aan de noord-, west- en zuidzijde van het dorp en heeft nog twee brinken aan de Dorpsstraat. Aan dezelfde straat, maar ook aan de Middelesweg en de Zweeloërstraat, staan een aantal prachtige Saksische boerderijen. Vanaf de tweede helft van de negentiende eeuw is Noord-Sleen fink gegroeid. Daardoor ontwikkelde het dorp zich tot een plaats met een rijk verenigingsleven en eigen voorzieningen zoals openbare basisschool De Vlinderhof.
Aan de rand van de Zuideresch staat aan de Markeweg de korenmolen Albertdina. Deze is in 1906 gebouwd op de plaats van een afgebrande voorganger. In de met riet gedekte achtkant van de Albertdina staat met grote cijfers het bouwjaar. De molen is in de jaren ’50 grondig gerenoveerd. De molen kan weer malen en is open voor bezichtiging. Vlakbij de voormalige gemeentegrens tussen Sleen en Zweeloo staat aan de Zweeloërstraat nog een klein tolhuisje uit 1865. Het centrum van het dorp heeft enkele gezellige horecagelegenheden en in de omgeving van Noord-Sleen zijn campings en verblijfsaccommodaties.
Noord-Sleen ligt aan de rand van de Boswachterij Sleenerzand. Dit is een gevarieerd natuurgebied waar bossen worden afgewisseld door heide, grote vennen en stuifzanden. Aan de rand van het bos, bij de kruising van ’t Haantje en de Middelesweg, ligt een groot openluchtzwembad. Iets noordelijker vinden we het grote bosbad De Kibbelkoele. Tussen de Zweeloerstraat en het bos liggen de hunebedden D50 en D51. D50 is een vrij groot en compleet hunebed, dat opvalt door de grote kransstenen rond het graf. Hunebed D51 was eveneens een groot hunebed, maar is waarschijnlijk ten prooi gevallen aan rovers. Beide hunebedden zijn in de vorige eeuw gerestaureerd.
Colofon
Bron: Noordboek